Inspiratie, kennis en nieuws over het ontwikkelen van uw vermogen
Box 3 nu en later
Waarom een nieuw stelsel?
Begin september heeft het kabinet besloten om de invoering van het nieuwe box 3-stelsel uit te stellen naar 2026. In een nieuwsbericht heeft het kabinet laten weten dat uit een onderzoek van Capgemini blijkt, dat een succesvolle implementatie in 2025 niet realistisch is. De overbruggingswetgeving volgens de spaarvariant blijft daarom een jaar langer bestaan. Spaarders betalen hierdoor bij de huidige lage rentestanden vrijwel geen belasting in box 3.
Op 24 december 2021 besloot de Hoge Raad dat het huidige box 3 stelsel in strijd is met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Volgens dit verdrag heeft iedereen het recht om vrij te beschikken over zijn eigendom. Het huidige box 3 stelsel perkt dit recht in. Er wordt een financiële last verbonden aan het niet risicovol beleggen van vermogen in de verhouding die in het stelsel aangehouden wordt. Ook stelt de Hoge Raad dat het nieuwe stelsel discriminerend is doordat mensen met risicovolle beleggingen in een slecht beursjaar relatief zwaar belast worden. Het kabinet wil nu naar een stelsel van werkelijk rendement. Maar omdat dit dus niet op korte termijn te realiseren is, komt er een overbruggingswetgeving.
Overbruggingswetgeving
In de tijdelijke wetgeving wordt alvast uitgegaan van de werkelijke verdeling van uw vermogen voor het bepalen van het voordeel uit sparen en beleggen. Hierbij hanteren ze drie categorieën: spaargeld, overige bezittingen (beleggingen, onroerend goed, vorderingen, etc.) en schulden. Over deze categorieën berekenen zij vervolgens het voordeel uit sparen en beleggen. Ze gaan hierbij uit van de volgende rendementen:
Rente op spaargeld belast op basis van actuele spaarrente: voor 2021 is dit 0,01%
Overige bezittingen (bijvoorbeeld beleggingen, 2e woning etc.) worden (nog steeds) belast op basis van meerjarig gemiddeld rendement uit voorgaande jaren: voor 2021 is dit 5,69%
Renteaftrek voor schulden op basis van actuele hypotheekrente: voor 2021 is dit 2,46%
Het kabinet is van mening dat op deze manier zo goed mogelijk wordt aangesloten bij het werkelijk behaalde rendement. Spaarders betalen bij de huidige lage rentestanden daardoor vrijwel geen belasting in box 3. Deze wetgeving maakt onderdeel uit van het pakket Belastingplan 2023, dat met Prinsjesdag naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.
Aangifte 2021 en 2022
Voor de jaren 2021 en 2022 gelden zowel het oude box 3-stelsel als het nieuwe box 3-stelsel. Heeft u al aangifte gedaan en is uw aanslag inkomstenbelasting 2021 reeds vastgesteld? De belastingdienst gaat dan beoordelen welke van de 2 stelsels de laagste belastingdruk voor u oplevert. Leidt het nieuwe stelsel tot een voordeel uit sparen en beleggen dat lager is dan de aanslag inkomstenbelasting die u heeft ontvangen, dan vermindert de inspecteur de aanslag. Ook voor uw aangifte inkomstenbelasting 2022 zal zowel het oude als de overbruggingswetgeving toegepast worden.
Wilt u zelf berekenen wat in uw situatie de meest interessante optie is, maak dan gebruik van het rekenprogramma dat de Belastingdienst beschikbaar stelt. Hierin kunt u voor 2021 berekenen welke variant voor u het beste uitkomt. U kunt dan ook variëren met de verdeling van het vermogen tussen u en uw partner, zo kunt u achterhalen wat voor u de optimale verdeling is. Uiteraard is het verstandig om (de uitkomsten) ook met uw fiscalist te bespreken.
Vragen
U bent nu weer het een en ander te weten gekomen over het box 3-stelsel. Het is op dit moment nog niet precies duidelijk wat de toekomst van box 3 gaat worden. Is het een verstandige keuze om uw vermogen in de B.V. te laten zitten, of juist uit de B.V. te halen? Wellicht dat Prinsjesdag meer duidelijkheid gaat brengen.
Wilt u een keer sparren over uw vermogen, of meer informatie over de box 3-stelsels? Neem dan contact op met Ramon Kuipers of Marcel Berende. Wij zijn bereikbaar op telefoonnummer +31(0)40 288 11 44 of via e-mail info@evolf.nl.
Een bijdrage van
Marcel Berende MFP CFP
vermogensplanner